Door: Gijsbert Werner en Laura de Adelhart Toorop
Onlangs beschreef de Nieuw-Zeelandse onderwijsexpert John Hattie in een interview (‘Luister naar je leerlingen’ 12-11-2015) dat Nederland het enige land is dat leerlingen zo vroeg en definitief selecteert. Op twaalfjarige leeftijd bepalen wij al op welk niveau kinderen hun opleiding zullen volgen en daarmee in welke beroepscategorieën zij later zullen werken. Op – en afstroom is hierna nauwelijks meer mogelijk. De Nationale DenkTank pleit daarom voor bredere brugklassen en meer maatwerk op scholen.
Brede brugklassen, waar kinderen in de eerste twee jaar met ten minste twee niveaus door elkaar zitten, werken goed tegen de negatieve effecten van vroege selectie. In de praktijk verdwijnen brede brugklassen helaas uit ons onderwijs. Veel ouders zien hun kind namelijk liever in een aparte, dan in een gemengde brugklas. Onderzoek laat echter zien dat in gemengde brugklassen zwakkere leerlingen zich in hoge mate aan sterke leerlingen optrekken, terwijl kinderen op hogere niveaus niet slechter gaan presteren. Sterker nog, zij kunnen in veel gevallen op andere vlakken veel leren van deze kinderen. Geen enkele leerling heeft echt baat bij vroege niveauselectie, terwijl grote groepen er wel enorme nadelen van ondervinden.
Ons middelbaar onderwijs selecteert echter niet alleen te vroeg; ook daarna is het star en inflexibel. Wij persen kinderen in de drie ‘eenheidsworsten’ van vmbo, havo en vwo, met te weinig aandacht voor variatie in talent en ontwikkelingssnelheid. Ook hierdoor gaat veel potentieel en motivatie verloren. Een maatwerktraject waarin leerlingen de mogelijkheid krijgen om vakken op meerdere niveaus en op verschillend tempo af te sluiten, doet meer recht aan de individuele talenten van leerlingen. Zo worden leerlingen niet meer op hun slechtste vak afgerekend, en krijgen zij de kans hun optimale niveau per vak te behalen.
Maatwerktrajecten en brede brugklassen zijn uitstekende manieren om gelijke kansen in het Nederlandse onderwijs te bevorderen. In elke brugklas zitten kinderen die het in het huidige stelsel niet halen en de school moeten verlaten. Juist achterstandsleerlingen en laatbloeiers kunnen door het maatwerktraject net dat ene zetje krijgen dat voor hen nodig is om hun potentieel te verwezenlijken.
Maar niet alleen achterstandsleerlingen hebben baat bij meer maatwerk, juist ook uitzonderlijk sterke leerlingen kunnen hiervan profiteren. Met het maatwerktraject hoeven zij niet meer door de zes “hoepels” van de VWO-klassen heen te springen, maar kunnen in minder tijd door de lesstof heengaan en zich hiernaast breder oriënteren. Dit kan bijvoorbeeld in een traject waarin alvast vakken op de universiteit worden gevolgd, of met ontwikkeling op artistiek, sportief of maatschappelijk vlak.
Ieder kind is uniek. Een latere selectie door brede brugklassen, gecombineerd met een maatwerktraject in hogere klassen, waarborgt deze uniciteit en helpt kinderen te helpen hun potentieel te verwezenlijken.

Terugblik op een knallende Eindpresentatie NDT’20

Acht oplossingen voor verbetering van het perspectief van de middengroep

Schoutje, Linda en Olivier (NDT’20) in gesprek met minister Ollongren
Nieuwsbrief
Onze laatste updates ook per e-mail ontvangen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.