Op 4 februari ging een DenkTankdroom in vervulling: Amsterdamse politici debatteerden live over de oplossingen van de NDT’21: concrete ideeën voor het Nederlandse onderwijs. Georganiseerd door Lieke Molenaar, Joran Buwalda en Jort van Dalen (NDT’21) in samenwerking met Pakhuis de Zwijger.
Het lerarentekort is nergens zo groot als in onze hoofdstad – en met de kansengelijkheid is het ook niet best gesteld. Scholen worden daarbij allerminst gestimuleerd om samen op te trekken in de bestrijding van deze problemen: samenwerking loont niet in het onderwijs.
Hoe gaat de gemeente Amsterdam iets doen aan deze uitdagingen in het onderwijs? In de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezingen bepleitten verschillende politici van de gemeente Amsterdam hun plannen voor kwalitatief beter onderwijs: Marjolein Moorman van PvdA, Rutger Groot Wassink van GroenLinks, Ilana Rooderkerk van D66, Jim Haijen van SP, Claire Martens van VVD, en Jazie Veldhuyzen van BIJ1. Het debat vond in drie rondes plaats, waarbij steeds iemand uit het onderwijsveld het onderwerp introduceerde.
Kansenongelijkheid
De stelling van de eerste ronde luidde: ‘De gemeente Amsterdam moet ervoor zorgen dat bijles betaalbaar is voor ouders met een kleine portemonnee’. Abdullah Almayali, co-oprichter van Studiebegeleiding Samen Vooruit, introduceerde het onderwerp ‘kansenongelijkheid’. Zijn organisatie biedt een eerlijke prijs voor bijles om ieder kind een kans te geven en zich te ontplooien. Kansenongelijkheid neemt namelijk niet alleen toe binnen het publieke onderwijs, maar ook erbuiten. Bijlessen worden tegenwoordig vaker gekocht voorsprong te kopen in plaats van achterstand weg te werken, zo concludeerde ook de Onderwijsraad onlangs. Hierdoor loopt de kloof tussen arm en rijk alleen maar op. Twee van de oplossingen van de Nationale DenkTank 2021 sluiten aan op dit probleem: Pas op Gelijke Kansen – waarbij bijlessen worden gekoppeld aan stadspassen – en de campagne ‘Kansen te Koop‘, die loopt in samenwerking met DeGoedeZaak.
Met voor/tegen-bordjes konden de politici hun standpunt aangeven. In deze ronde gingen de vertegenwoordigers van de SP, PvdA, Bij1 en VVD met elkaar in debat. De laatste drie waren voor de stelling, SP was tegen. Jim Haijen (SP) legde uit dat hij tegen private bijles is en vindt dat iedereen op school voldoende aandacht moet krijgen, waardoor bijles niet nodig is. Marjolein Moorman van de PvdA beantwoordde de stelling voornamelijk vanuit haar rol als Wethouder Onderwijs: de Gemeente Amsterdam investeert geld in Stichting Leergeld, Studiezalen en ‘high dosage tutoring’ om zo ongelijk in te zetten op het resultaat gelijke kansen. Claire Martens van de VVD sloot zich aan bij de oplossing van de Nationale DenkTank, mits er oog is voor mensen die net buiten de Stadspas-regeling vallen.
Lerarentekort
Het lerarentekort in Amsterdam wordt steeds nijpender. En dat terwijl er wel degelijk jonge mensen zijn die interesse hebben in lesgeven. Eén van hen is de Amsterdamse Lisa van Dijke, die de tweede ronde inleidde. Lisa van Dijke gaf tijdens haar studie examentraining. Ze zag dat veel van haar collega’s, die het lesgeven leuk vonden, toch geen leraar wilden worden. Er heerst onder jongeren een angst dat je als leraar vast komt te zitten in een overbelaste sector met weinig ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en carrièrepad. De Nationale DenkTank is een initiatief gestart voor deze mensen: Opleiding op maat. Dit initiatief brengt uitdagende en verbredende lerarenopleidingen onder de aandacht bij deze jonge academici en is daarnaast in gesprek met lerarenopleidingen en het onderwijsveld om ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden voor leraren te verduidelijken en verbeteren.
Lisa van Dijke bepleitte het ‘hybride docentschap’: je bent dan leraar én iets anders tegelijk. Ze legde de volgende stelling voor aan de aanwezige politici van VVD, GroenLinks, D66 en SP: ‘Amsterdam moet hybride docentschap faciliteren om het leraarschap aantrekkelijker te maken voor jonge academici.’
VVD, Groelinks en D66 waren voor. Al maakte Rutger Groot Wassink van GroenLinks wel de kanttekening dat het in het basisonderwijs belangrijk is dat iedere klas één vaste leraar heeft. Bovendien vindt hij dat het belangrijker is om de werkdruk van huidige leraren te verlagen en hun salaris te verhogen (op landelijk niveau). Ilana Rooderkerk (D66) gaf aan dat ze sterker wil inzetten op hybride docentschap, maar ze vindt dat er méér nodig is om ontwikkelmogelijkheden te bieden. Daarom heeft D66 een onderwijsmanifest geschreven over onder andere een onderwijstraineeship en een stadsbrede begeleidingspoule. Jim Haijen van de SP was – net als in de eerste ronde – als enige ‘tegen’ de stelling. Het heeft volgens hem geen zin om op doorgroeimogelijkheden te focussen zolang veel startende leraren geen vast contract krijgen en weer uitstromen. De gemeente zou volgens hem schoolbesturen die slecht omgaan met contracten, moeten korten op subsidies. VVD’er Claire Martens reageerde dat er überhaupt te weinig docenten starten en dat doorgroeimogelijkheden daarom wel aandacht verdienen. Ze bedankte Amsterdammers die zich laten omscholen tot (part-time) leraar. Ze wil daar verder op in zetten, zolang dit niet leidt tot de instroom van kwalitatief minder goede leraren. Op één punt waren politici het eens: sociale huurwoningen in Amsterdam moeten beschikbaar zijn/blijven voor leraren.
Samenwerking
In de derde en laatste ronde stond het thema ‘samenwerking’ centraal. Erik Ex, geschiedenisleraar op het Cygnus gymnasium, viel met de deur in huis: hij attendeerde sommige van de aanwezige politici – in het kader van samenwerking – op hun onderwijsbevoegdheid en gaf aan dat wat hulp in zijn klaslokaal welkom zou zijn. Goede leraren zijn essentieel in het onderwijs, aldus Ex. Maar om een geknipte leraar worden moet je eerst leraar willen blijven. En hier zit een ander belangrijk probleem zei Ex. Beginnende leraren vallen snel uit en verlaten dan het onderwijs – onder andere vanwege gebrek aan doorgroei- en ontwikkelmogelijkheden. Leraren hebben niet voldoende tijd en middelen om zich gedurende hun loopbaan te blijven ontplooien. Ex liet weten dat leraren bij hem op school 600,- euro per jaar krijgen voor bijscholen, maar niemand die dat opmaakt. Leraren hebben het hiervoor te druk, volgens Ex.
Doorgroeien gebeurt ook door buiten het eigen klaslokaal te kijken. De oplossing ‘Wisselkracht’ van de NDT’21 doet precies waar Ex op aanstuurt: het is een regionaal uitwisselingsprogramma voor leraren. Twee leraren wisselen, gedurende een bepaalde periode (idealiter een half of heel schooljaar), elkaars baan uit. Lees hier meer over deze oplossing.
De volgende stelling aan Bij1, GL, D66, en PVDA voorgelegd: ‘De gemeente Amsterdam moet doorgroeimogelijkheden voor leraren faciliteren door hen hierover met elkaar in gesprek te laten gaan en door een uitwisselingsprogramma voor leraren op te zetten’.
Alle partijen stemden voor. Moorman (PVDA) trapte af: volgens haar moet er in Wisselkracht geïnvesteerd worden. Aan D66 werd gevraagd hoe een uitwisselingsprogramma gerealiseerd kan worden. Alhoewel er geen gemeentelijke bevoegdheid is om een uitwisselingsprogramma op te zetten, kan het volgens D66 wel. Groot Wassink van GroenLinks benadrukte het belang van het uitwisselen van ervaringen – met name tussen scholen in het voortgezet onderwijs. In het basisonderwijs ziet hij liever een vast gezicht voor de klas. Hij sloot af met een referentie naar Ex’ opening; er zijn te weinig doorgroeimogelijkheden en de huidige middelen hiervoor schieten tekort. Alle partijen willen dus aan de slag voor verbeterde ontwikkelingsmogelijkheden. De enige echt concrete oplossing leek te komen van D66: de partij stelde en tweejarige traineeship voor waar leraren rouleren tussen scholen in Amsterdam, om zo verschillende ervaringen en kennis op te doen.
Debat gemist? Terugkijken kan via deze link
Meer informatie kun je vinden op de website van het event.